Weekblog 26 juli 2025

Wah sei jie?

Zeker 90% van de Nederlanders spreekt dialect. Ik kan er van getuigen. En die andere 10%? Die spreekt misschien iets wat lijkt op ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands. Zo werd het tenminste tot de jaren zeventig genoemd. Daarna is uit de term ABN is de 'B' weggehaald,  omdat 'beschaafd' kon suggereren dat mensen die andere varianten van het Nederlands spreken niet beschaafd zouden zijn. Officieel wordt nu de term Algemeen Nederlands (AN): AN is het Standaardnederlands, een gestandaardiseerde variant van het Nederlands, die wordt onderwezen op scholen (echt niet!) en wordt gebruikt door de autoriteiten en media in (o.a.) Nederland. Ik zet ook mijn vraagtekens bij de A van AN. Zo algemeen is het AN helemaal niet! Ik ben het als spreektaal bijna nergens tegengekomen. Het dialect is veel algemener! Volgens onderzoek verstaan vrijwel alle Nederlanders het, maar (bijna) niemand spreekt het. AN is een kunsttaal, een minderheidstaaltje. In de buurt van Haarlem en Gouda en Delft wordt een dialect gesproken dat er nog het meest op lijkt. Het is een dode taal, die alleen in Omroepland dagelijks gereanimeerd wordt. Mag best blijven ,hoor. Eerst als cultureel Hilversums erfgoed en dan misschien bij Unesco voordragen als immaterieel erfgoed. Vastgelegd in het Museum voor film en geluid, zodat we kunnen terugzoeken hoe het moet klinken. De journaal- en weerpresentatoren moeten wel op taalcursus of logopedie zijn geweest om het te leren als tweede taal, want ook voor hen is het niet hun thuistaal. Afke komt namelijk uit Dokkum, Iris uit Leeuwarden, Annechien uit Amersfoort, Simone uit Rotterdam, Winfried uit Horst en Saida uit Nijmegen. Alle Nederlanders dezelfde taal leren spreken gaat never nooit niet lukken. Laten we in plaats daarvan  eens proberen dat we elkaars dialect gaan verstaan. Neem een voorbeeld aan Piet Paulusma, die zijn weerpraatje altijd af sloot met ‘oant moarn’. De meerderheid van de Nederlanders verstaan dit nu, omdat het vaak genoeg gezegd is. Dus Afke moet voortaan het 8-uur-journaal beginnen met ‘goejûn’, Iris begin het 5-uur journaal met ‘dit is it nijs yn maklike taal’. Als Simone het late journaal doet, besluit ze met ‘ nu lekke maffe, 'n duik in de vlooiebak neme, tusse de klamme lappe kruipe of naar de witte lakenstraat gaan en als Winfried een amber alert doet uitgaan dan zegt ie dat er een jeunske kwiet is. Saida maakt een reportage over een bijstandsmoeder die gin naogol het um an de reet te krabbuh. Annechien kan gewoon zeggen wat ze wil, want Amersfoorts is weliswaar een beetje krom Standaardnederlands, maar dat snappen we zo wel. Als ze dit nou maar consequent volhouden dan zijn we binnenkort allemaal (minstens) tweetalig. De weermannen en weervrouwen moeten ook meedoen: als het een hittegolf is dan zegt Marco (Maassluis) dat de musse dood van ’t dak pleure en Roosmarijn Knol (Enschede) ie hept het goot dooi hier. Peter Kuipers Munneke (Groningen) zegt na een natte dag wie em ‘n gobbe woatter hat. Willemijn (Wilnis) mag gewoon zeggen ‘dat het in de middag opklaart’ omdat er ook wel een weggevertje tussen mag zitten.
Wat ook kan helpen is de plaatsnamen interprovincialiseren (nieuw woord! Geen AN vrees ik). In Friesland doen ze dat al. De plaatsnaamborden in Friesland hebben een dubbele vermelding. In het Fries en in het Nederlands. Zo staat er onder Sneek Snits, onder Leeuwarden Ljouwert en onder Dokkum Dokkum. Dat lijkt logisch, want Fries is een andere taal. Maar ook in Limburg worden de plaatsnamen tegenwoordig ook in het Nederlands en in het Limburgs vermeld. Roermond is Remunj, Maastricht is Mestreech, Blerick is Blierik, enzovoorts. Dit kunnen we verder invoeren. Dan zetten we onder Amsterdam Mokum, onder Rotterdam Rotjeknor en onder Utrecht Utrech. Maar we beginnen met een pilot in Zeeland: onder Bruinisse zetten we Bruu, Hoes onder Goes, Dwofplaote onder Hoofdplaat en Wosburg onder Oostburg. Natuurlijk moeten we dit leren. En als we op school uren kunnen besteden aan de dode taal ‘Standaardnederlands’, dan kan daar wel een kwartiertje levend ’dialect’ van af.  Les 1 (voor de komende week):
Zoek de Standaardnederlandse vertaling van
De Hroe, Smerdiek, Sluus, Kezand, Trusement, Kootjesplete, D’n overkoant 

Rest toch nog een echt probleem. Weet u wat een laimeneerstiekje is? Dat is een kuukediefien, een hemelbeestje, een pimpampoentje, een smoutwurmke, een kukelesaantje, een mariabeestje, een leveneersbeesje. Tja, er zijn van die dingen, waarvoor ze her en der in Nederland een echt ander woord gebruiken. Zullen we afspreken dat we voortaan allemaal Lieveheersbeestje zeggen? Om de AN-ers een beetje tegemoet te komen….






Volgende
Volgende

Weekblog 19 juli 2025